Aha, beter. :3 Eerst even karakter kort samenvatten, ik noem het paard even Woody. En 't is een hengst, maar als je liever een merrie wilt kan je dat zeggen hoor ;3.
Woody is een in de stallen een erg vrolijk, ondeugend paard. Hij is erg intelligent en weet zo leuke trucjes uit te halen met allen wat hij om zich heen kan vinden. Maar zodra hij een zadel op zijn rug heeft slaat de knop om. Hij is dan erg moeilijk, en omdat hij erg intelligent heeft, zorgt hij goed dat je wel moet opletten.
Zijn donkerbruine ogen vlogen langs de rand van zijn staldeur. Hij zette een stap naar voren, waardoor het stro onder zijn hoeven het bekende ritsel geluid maakte. Hij hief zijn hoofd over de deur heen, en leunde met zijn borst tegen de deur. Zijn intelligente ogen bekeken het slot nauwkeurig, voordat hij met zijn lenige lippen eraan begon te prutsen. Na enkele minuten, worstelend met zijn lippen om het slot wist hij het open te schuiven. Hij duwde de deur open door simpelweg met zijn borst de deur een drukkertje gaf. Zijn oren vlogen naar voren, en zodra zijn hoeven het betonnen gangpad aanraakten, maakten zijn hoefijzers een geluid dat door de stallen echode. Trots keek hij zijn soortgenoten aan, en stapte richting de buitendeuren, die voor zijn neus openvlogen. Hij zag zijn kans schoon, maar merkte dat het zijn eigenaresse was.
'Woody!' Riep ze geschrokken, maar vervolgens zag hij een grijns rond haar lippen spelen. Trots keek hij haar aan. 'Knap van mij hè!' Leek hij willen te zeggen. Ze schudde lachend haar hoofd, en liep naar zijn stal. Als een lieve puppy liep hij achter haar aan. Gewillig duwde hij zijn neus in zijn donkerblauwe halster- die inmiddels door het vele rollen onder het opgedroogde zand was. Ze maakte een bijpassend halstertouw vast aan het ringetje bij zijn kin, en nam hem mee richting de poetsplaatsen. Zucht, dacht hij toen. Poetsplaats betekende rijden, hij zou haar wel weer laten zien dat hij moeilijk was. Waarom wilde die mensen altijd maar op je zitten? Ze hadden toch zelf prima benen waarmee ze konden lopen. Hij hief zijn hoofd even, en bleef op zijn plaats staan. Hij wilde niet werken, en dus ging hij dat maar niet doen.
'Woody.' Sprak zijn eigenaresse.
'Kom nou.' Pff, echt niet, wat dacht ze wel. Koppig bleef hij op zijn plaats staan.
Uiteindelijk had de eigenaresse gewonnen, hij kon die lekkere muesli toch niet zomaar voorbij laten gaan? Nu stond hij met een hoef op rust te doezelen en te genieten van de poetsbeurt. Niet slecht was dat poetsen, helemaal niet. Poetsen was en bleef gewoon heerlijk, alleen wat erna volgde was altijd wel iets slechts. Een mens poetste je niet zomaar, er volgde altijd wel wat na. Of rijden, of wat waarvoor hij opgedoft moest zijn, zoals een wedstrijd of keuring. Soms, maar dat was dan een uitzondering werd hij na het poetsen weer in de weide of stal gezet, nu maar zijn vingers kruizen dat dat dit keer niet zou gebeuren. Maar toen hij zijn eigenaresse zag verdwijnen met de poetskist in een deur, wist hij wel dat ze terug zou komen met zijn harnachement. En dat was juist, ze kwam terug met zijn versierde westernzadel, pad en zijn bitloze hoofdstel. Blij met het hoofdstel was hij zeker tevreden, niet het bit dat prikte in je mond. Maar remmen kon minder goed. Goed zou het vandaag vast niet gaan, hij was niet in een opperbeste bui om rondjes te gaan rennen in de bak. Zijn hoofd veerde overeind, en met zijn donkerbruine ogen keek hij zijn eigenaresse aan. Ze legde het harnachement op de grond neer, maar hield het pad vast. Hij voelde hoe er gewicht op zijn rug kwam, en snel later kwam het zware zadel. Koppig zette hij zijn buik uit, iets wat hij toch altijd al deed, en wachtte met zijn lucht uitblazen tot de singel op zijn buik heen was. Het halster werd van zijn hoofd gehaald en vervangen door het hoofdstel. Zijn eigenaresse pakte de teugels van zijn hals, en nukkig wandelde hij met haar mee naar de bak.
Ik was niet geweldig inspiratievol, maar ik hoop dat je het leuk vindt.